Belgen en Germanen in het Romeinse Rijk

Via de legerdienst vinden wij overal in het Romeinse Rijk militairen terug die in onze contreien werden gerekruteerd. Het gaat om Tungri, Batvavi, Nervii, menapii, Ubii en zo voort. Via deze blogteksten willen wij geregeld deze militairen voor een groter publiek bekend maken.

De meeste foto's zijn afkomstig van Ubi Erat Lupa Bilddatenbank zu antiken Steindenkmälern

Anicius Ingenuus, de soldatendokter

In Housesteads diende  een zekere Anicius Ingenuus als geneesheer van de cohors I Tungrorum. Hij werd amper 25 jaar oud. Als legerarts werd hij bijgestaan door capsarii, geen bevallige verpleegsters, maar potige hospitaalsoldaten die op het slagveld even bekwaam waren om een vriend te verzorgen als om een vijand te fileren. Het is maar dat je het weet! Celsus, de Romeinse encyclopedist die vooral bekend werd voor zijn traktaat over de geneeskunde, noteerde dat legerartsen zoals onze Anicius Ingenuus veel meer kennis hadden van inwendige organen dan burgerartsen.

Lees meer »

Een legioensoldaat in Heerlen?

Ondergrondse geheimen van het Raadhuisplein! Het was groot nieuws dat door verschillende media werd opgepikt. In Heerlen hebben archeologen een graf ontdekt dat dateert van rond het begin van onze jaartelling. In de Romeinse tijd was Heerlen bekend als de vicus Coriovallum, een belangrijke nederzetting in de regio. De as van de overledene werd in het graf bijgezet, samen met een kommetje, vier aardewerken borden en een bronzen schraper die door de Romeinen in het badhuis werd gebruikt.

Lees meer »

Titus Flavius Germanus, veteraan van de legio XXII Primigenia

In Wiesbaden kwam de grafsteen van een zekere Titus Flavius Germanus aan het licht. Boven het verzorgde opschrift toont het halfronde beeldveld een voorstelling van Narcissus. In de hoeken zijn zeedieren afgebeeld. Narcissus is bekend uit de Griekse mythologie als figuur die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld. De term narcisme is van zijn naam afgeleid. Sigmund Freud verwees geregeld naar Narcissus wanneer hij het had over overdreven eigenliefde en schoonheid. 

Lees meer »

Iulius Vitalis, fabriciensis van de legio XX Valeria Victrix

Tijdens onze reis naar Bath, het Romeinse Aquae Sulis, kwam ik in de Romeinse thermen het grafmonument van Iulius Vitalis tegen (RIB 156). De stèle met puntgevel, versierd met bloemen en bladeren in de top, werd gevonden in Walcot vlakbij de Romeinse weg die tegenwoordig de Fosse Way wordt genoemd, zowat 800 meter ten noorden van de Romeinse baden.

Lees meer »

Tiberius Claudius, ruiter van de ala I Hispanorum

In de collectie van het Történeti Museum in Boedapest bevindt zich de grafsteen van Tiberius Claudius, een beroepsmilitair afkomstig uit de regio van Tongeren. Zijn grafmonument is slechts gedeeltelijk bewaard gebleven. In het bovenste gedeelte is het borstbeeld van de overledene te zien, afgebeeld in een schelpvormige nis. Daaronder wordt een ruiter te paard afgebeeld die met zijn werpspies zwaait. Het derde register toont links een vrouw en rechts een man. Het opschrift is slechts gedeeltelijk leesbaar :

Lees meer »

Chartius, een Tunger in de staf van de gouverneur van Noricum

Omstreeks 100 na Christus stierf in Wels Chartius, de zoon van Tadagunus, op 35 jarige leeftijd. Zijn grafstele, die erg verweerd is, is opgevat als aedicula, een tempeltje. De grafsteen heeft een zogenaamde puntgevel en wordt bekroond door een zware kroonlijst. In de driehoekige lijst boven het opschrift bevindt zich een gehurkte, naar links kijkende adelaar met uitgespreide vleugels. Op de drievoudige lijst liggen twee zeepanters (?). Het opschrift is afgeboord door twee zuilen met meervoudige basis en Corinthisch kapiteel. Op het sokkelbeeld staat de overleden ruiter afgebeeld. Hij zit met geheven werpspies op een paard, dat naar rechts springt.

Lees meer »

Flavus, een Bataaf in Budapest

In Aquincum Budapest overleed op het einde van de 1ste eeuw n.C., ergens tussen 80 en 85, Flavus, de zoon van Blandus en Bataafs ruiter van de Tongerse ala Frontoniana. Zijn grafmonument wordt nu bewaard in het plaatselijke museum. Het verzorgde opschrift is geplaatst in een mooi afgelijnd kader. Vermoedelijk werd de overleden militair afgebeeld in het bovenste register tijdens een funerair banket. Het register eronder stelt een knecht voor die het paard van Flavus wegleidt. Het moest de voorbijgangers herinneren aan het militair verleden van de overledene.

Lees meer »

Oclatius, signifer van de ala Afrorum Veterana

Nogal wat Tongenaars waren soldaat in het Romeins leger. Eén van hen was Oclatius, de zoon van Carvus, die als vaandeldrager dienst deed in de ala Afrorum Veterana. Hij schopte het tot onderofficier. Zijn mooi verzorgde grafsteen werd in 1922 in de Kölner Straße in Neuss tijdens het uitgraven van fundamenten voor een huis gevonden. Onmiddellijk achter de stèle werden vier stuks aardewerk van het einde van de 1ste eeuw na Christus teruggevonden die als grafgiften werden geïnterpreteerd.

Lees meer »

Freioverus, ruiter van de cohors I Asturum (equitata)

In Zahlbach bij Mainz (Mogontiacum) werd in 1804 de fragmentarisch bewaard gebleven grafsteen van Freioverus teruggevonden. Hij was de zoon van Veransatus en Tunger van geboorte. Hij deed meer dan twintig jaar militaire dienst aan het Rijnfront. Vandaag wordt hij bewaard in het Landesmuseum van Mainz (inv. nr. S 69). Het is jammer dat deze grafsteen zo sterk werd beschadigd. Het beeldveld is praktisch volledig afgebroken. Gelukkig is de verzorgde graftekst nog uitstekend te lezen. Hij luidt:

Lees meer »

Stanegate en de cohors I Tungrorum

Het Romeinse leger speelde een grote rol in de aanleg van het wegennet in de provincies. Onder meer de hulptroepen werden daarvoor ingezet. Een mooi voorbeeld daarvan is de cohors I Tungrorum die na het neerslaan van de Batavenopstand naar Britannia werd getransfereerd en daar betrokken was in de aanleg van de Stanegate.

Lees meer »

Reburrus, een Tongenaar aan het Rijnfront

In Bonn werd in 1958 tijdens grondwerken in de Koblenzer Strasse (Adenauerallee) een mooi kalkstenen grafmonument van een jonge militair uit Tongeren of omstreken gevonden. Zijn naam was Reburrus. Hij was de zoon van Friatto en ruiter van de ala Frontoniana. De overleden man is boven het grafschrift afgebeeld in een boogvormige nis versierd met gestileerde plantenmotieven. In volle wapenrusting trekt hij te paard tegen de vijand ten strijde. Het pantser (?) en de schouderplaten zijn nauwelijks te onderscheiden. De meeste cavaleristen worden in dergelijke scènes blootshoofds voorgesteld. Reburrus integendeel draagt een paradehelm. Rechts hangt zijn zwaard. Met de linkerhand houdt hij een lang schild dat slechts gedeeltelijk zichtbaar is, met de rechterhand zwaait hij met een lans, klaar om toe te slaan. Het paard is mooi getuigd, de toog met phalerae versierd, op de borst een grote lunula. Het zadel ligt op een versierde deken. Onder het steigerend paard ligt de tegenstander, op de rug neergevallen, wachtend op de fatale slag. Hij probeert zich met zijn schild te beschermen. Met zijn rechterhand zwaait hij met een kort zwaard. Zijn haar, zijn naakte bovenlichaam en zijn schild van laat Latène type verraden zijn Germaanse herkomst. Het beeldhouwwerk is slechts licht beschadigd. Het grafschrift is niet omraamd en werd aangebracht op een zorgvuldig geëffend vlak. Ook de letters zijn verzorgd uitgewerkt. Het is wel sterk fragmentarisch. De onderste regels zijn compleet verdwenen.

Lees meer »

Het municipium Tungrorum

In 1993 verdedigde ik in mijn doctorale verhandeling 'De Tungri in het Imperium Romanum tijdens het Principaat' (p. 92 & 101-102) de these dat Atuatuca Tungrorum, zoals Tongeren toen werd genoemd, wellicht een municipaal statuut bezat. Ik deed dit onder meer op basis van het feit dat majestueuze wallen, die zelfs die van de Colonia Agrippinensis  (Keulen) overtroffen, de stad omringden.

Lees meer »