Ondergrondse geheimen van het Raadhuisplein! Het was groot nieuws dat door verschillende media werd opgepikt. In Heerlen hebben archeologen een graf ontdekt dat dateert van rond het begin van onze jaartelling. In de Romeinse tijd was Heerlen bekend als de vicus Coriovallum, een belangrijke nederzetting in de regio. De as van de overledene werd in het graf bijgezet, samen met een kommetje, vier aardewerken borden en een bronzen schraper die door de Romeinen in het badhuis werd gebruikt.
Het kommetje en de borden, behoren tot de typische Italische terra sigillata, een luxeproduct dat vaak door de eerste immigranten uit Italië in onze streken werd geïntroduceerd. Op het kommetje was de inscriptie FLAC aangebracht. Volgens persberichten heeft een specialist deze afkorting geïnterpreteerd als verwijzend naar de naam Flaccus.
Dit is echter niet de enige mogelijkheid. I. KAJANTO bij voorbeeld geeft in The Latin Cognomina (Helsinki, 1965) verschillende mogelijke lezingen van deze afkorting, w.o. Flacca, Flacillus/a, Flaccinus/a, en zo voort. De aanname dat FLAC moet worden hersteld tot Flaccus is dus op zijn minst voorbarig.
Op de webpagina van de gemeente Heerlen kan men lezen dat de identiteit van FLAC(cus?) als een Romeinse soldaat door het aardewerk bevestigd wordt. Volgens archeologen was Flaccus dus een Romeins soldaat die zich gevestigd had bij het kruispunt van de Via Belgica en de Via Traiana, waaruit later Heerlen zou zijn ontstaan. Voor deze hypothese ontbreekt echter elk concreet bewijs.
Het merken van eigendommen met graffiti wordt bij uitstek geassocieerd met militairen, die op deze wijze hun persoonlijke vaatwerk onderscheidden van dat van hun collega's. Graffiti op vaatwerk fungeren daarom als een belangrijke indicator voor de aanwezigheid van militairen op een specifieke locatie. De archeoloog T. BECHERT identificeerde in zijn werk Steindenkmäler und Gefässinschriften (Duisburg, 1976) een reeks vergelijkbare graffiti op terra sigillata in het Romeinse legerkamp van Asciburgium. Ook in het Oppidum Batavorum doet zich dat fenomeen voor net als in andere Romeinse legerkampen.
Sommige militairen bevestigden expliciet dat zij dienst deden in een specifieke militaire eenheid. Een voorbeeld daarvan is "Zanax, milis (centuria) Genia[lis]" die dienst deed in Buciumi (Dacia). (zie verder hier).
Dat suggereert dat dergelijke graffiti op vaatwerk van militairen afkomstig zijn. In Heerlen ontbreekt vooralsnog iedere militaire context of aanduiding. De interpretatie van FLAC(cus?) als legioensoldaat is dus volkomen speculatief.
Op de website van de Via Belgica wordt verder gesuggereerd dat deze vermeende legionair FLAC(cus?) zelfs zou hebben meegewerkt aan de aanleg van de zogenaamde Via Belgica. Het is bekend dat de Romeinse overheid verantwoordelijk was voor de aanleg van het wegennet en daarvoor een beroep deed op het Romeinse leger. Maar het feit dat men een Romeins militair was betekende niet dat men effectief werd ingeschakeld in de wegenbouw. Ook de aanname dat deze vermeende legionair heeft meegewerkt aan de aanleg van de heerbaan tussen Tongeren en Keulen is niets meer dan pure speculatie die compleet in het luchtledige hangt.
Archeologen hebben de facto geen enkel concreet bewijs over wie FLAC werkelijk was of wat zijn rol in het leven was. Desondanks wordt hij zonder enige grondslag in de geschiedenis neergezet als de legionair Flaccus, betrokken bij de aanleg van de Via Belgica. Zowel archeologen als de pers gaan met deze conclusie ver buiten de grenzen van de feiten. Het zou wenselijk zijn indien oudheidkundigen met wat meer ernst zouden omgaan met hun vak in plaats van deze mooie wetenschappelijke discipline met mythes allerhande langzaam in discrediet te brengen.