De reiziger die van Narbonne naar Gerona trok, passeerde altijd de Col de Panissars tussen het Franse Le Perthus en het Spaanse La Jonquera. Daar markeerde het zegemonument van Pompeius (Tropaeum Pompeii) de overgang van de Via Domitia naar de Via Augusta die de reiziger tot in Gades in het uiterste zuiden van Spanje voerde. Strabo vertelt hierover dat “de plek waar het zegemonument van Pompeius staat de grens vormt tussen Iberia en Celtica. Van daar naar Narbonne is het 63 mijl”.
Dankzij de teksten van antieke auteurs waaronder Sallustius, Strabo, Plinius de Oudere en Dio Cassius was het bekend dat Pompeius in 71 voor Christus een imposante zegemonument liet oprichten op de grens van Gallië en Hispania. De archeologen hebben het een tijdje moeten zoeken. Het moest bij de zegerijke terugkeer van zijn campagnes herdenken tegen Sertorius en Perpenna, die in opstand waren gekomen tegen de Romeinse Senaat, en hun Iberische bondgenoten. Tijdens de 2de eeuw voor Christus koloniseerde het Romeinse Rijk het Iberisch schiereiland. De Iberiërs die daar woonden, vochten om hun onafhankelijkheid te behouden, maar de macht van Rome was de sterkste. Het Iberisch schiereiland werd een Romeinse provincie. In 83 voor Christus was Quintus Sertorius er gouverneur (legatus pro praetore). Hij kwam echter in opstand tegen het machtige Rome. Pompeius kreeg een mandaat van de Senaat om tegen Sertorius op te rukken en Hispania te heroveren. Zo gebeurde het. Na een lange oorlog werd Sertorius door een van zijn eigen officieren vermoord. De stammen werden definitief verslagen. Om deze overwinning te herdenken, liet Pompeius dus dit zege monument bouwen waarop de namen van de ingenomen steden waren gegraveerd. Volgens Cassius Dio passeerde Julius Caesar in 49 voor Christus op die plaats. Hij respecteerde het grandioze monument van zijn rivaal en stelde zich tevreden met het oprichten van een eenvoudig altaar dat hij wellicht wijdde aan Venus. Er zijn echter geen aanwijzing die dit altaar met zekerheid laten lokaliseren.
Het bouwen van dergelijke trofeeën was in Rome reeds een traditie in de 3de eeuw voor Christus. De eerste zegemonumenten die Romeinse bevelhebbers in vijandelijk gebied lieten oprichten waren stenen torens die het strijdtoneel domineerden. Zij waren een symbool van macht en tegelijk de voorbode van de romanisering van een veroverd gebied en zijn inwoners. Het zegemonument van keizer Augustus in la Turbie is daarvan ook een uitstekend voorbeeld.
Het tropaeum werd tegen het einde van de 4de of het begin van de 5de eeuw zoals zoveel Romeinse monumenten als een steengroeve ontgonnen en ontmanteld. Zij werden onder meer gebruikt voor de nabijgelegen Romeinse vestingwerken van les Cluses. Het imposante monument verdween in de loop der jaren. tijdens de 20ste eeuw hebben archeologen er lange tijd naar gezocht op verschillende sites. De site bevat ook de ruïnes van een middeleeuwse priorij met de kerk Sainte-Marie de Panissars.