Ongetwijfeld zijn 99% van de toeristen die doorheen het Parijse Île de la Cité en het Quartier Latin slenteren zich er niet van bewust dat hier zich ooit een Romeinse stad uitstrekte. En toch, op de belangrijke route tussen Argentomagus (Saint-Marcel), ooit een oppidum van de Bituriges, en Boulogne-sur-Mer, de belangrijke Romeinse zeehaven aan het Kanaal, lag Lutetia. Het is de naam van de toenmalige Romeinse stad in de provincie Gallia Lugdunensis en in die tijd een niet onbelangrijke halte voor reizigers die noordwaarts trokken.
De stad was in oorsprong een versterkte Keltische nederzetting die tegelijk het oppidum van de Parisii was. Deze Gallische stam had zich in de 3de eeuw voor Christus in dat gebied gevestigd. Julius Caesar was de eerste die de naam Lutetia gebruikte. Hij deed dit naar aanleiding van de strijd tegen Vercingetorix in zijn Commentarii de bello Gallico (VII 57-58). Aangezien Lutetia de rivierhandel in beide richtingen beheerste was zij erg strategisch gelegen. In 52 voor Christus steunden de Parisii de opstand van Vercingetorix tegen Caesar en zijn legioenen. Volgens Romeinse bronnen hadden zij 8000 krijgers op de been gebracht. Camulogenus had de leiding over deze manschappen. Zijn basis was op de Mons Lutetius waar nu het Panthéon ligt. Tegen de Romeinen waren zij echter niet opgewassen. De Romeinse legioenen veroverden de stad in 52 voor Christus.
Na de Romeins veroveringen werd het nieuwe gebied in provincies georganiseerd. Lutetia ontwikkelde zich tot een kleine stad, met een geschatte bevolking van 8000 inwoners. Op politiek en administratief vlak was de stad van geringe betekenis. De hoofdstad van Gallia Lugdunensis, waarin Lutetia lag, was Lugdunum, het huidige Lyon.
De Romeinse stad Lutetia was grofweg gesitueerd op het huidige Île de la Cité en het Quartier Latin in het huidige centrum van Parijs. Zij ontleende haar welvaart vooral aan de transitohandel. Zoals vele andere Gallo-Romeinse steden had Lutetia een forum (rue Soufflot), een theater (tussen de rue Racine en de boulevard Saint-Michel), een amfitheater ((Rue des Arènes) en thermen (het huidige Musée de Cluny).
Het amfitheater en de thermen kunnen vandaag nog bezocht worden. Het amfitheater werd tijdens de 1ste eeuw na Christus gebouwd en geldt als het oudst bewaard gebleven gebouw van Parijs. In vergelijking met andere Romeinse amfitheaters heeft dat van Lutetia een afwijkend ontwerp. Aan één van de lange zijden was immers een 41 meter lang podium gebouwd. Daarop sloten de tribunes aan die de arena voor meer dan de helft van de omtrek omspanden en goed waren voor ongeveer 17.000 toeschouwers. Op die manier konden de magistraten van Lutetia naast de gladiatorengevechten daar ook theatervoorstellingen organiseren. De verzonken arena zelf was omgeven door een 2,5 meter hoge muur. Zo kon men net net als in het Colosseum van Rome een groot zeil spannen ter bescherming tegen een al te felle zon.
De Romeinse thermen bleven gedeeltelijk bewaard in het huidige Musée de Cluny. Zij maakten deel uit van een groter complex waarvan tot vandaag nog enkele essentiële delen bewaard bleven. Buiten kan men nog het palaestrum zien, een open ruimte bestemd voor fysieke oefeningen. Net zoals in de grote Romeinse badhuizen waren ook in deze thermen een tepidarium (lauwwaterbad), een caldarium (warmwaterbad) en een frigidarium (koudwaterbad) aanwezig. De monumentale ruimte van het koudwaterbad, die vandaag als museumzaal dienst doet, is een van de meest indrukwekkende restanten van de Romeinse architectuur in Gallia Lugdunensis.
De Romeinse stad gaf het ontstaan aan de latere hoofdstad van Frankrijk. De naam Lutetia werd tot 212 gebruikt. Het was het jaar van de constitutio antoninana, de algemene burgerrechtsverlening door Caracalla. Het was ook jet jaar dat vele steden naar hun bevolking werden genoemd. Vanaf dat jaar werd de stad Parijs genoemd, naar de Parisii, de Gallische stam die in dit gebied woonde.