‘Beeld je eens musea in zonder gestolen kunst’ Ik zou het mij graag willen inbeelden.
In de Standaard van dit weekend stond naar aanleiding van het recent verschenen boek van Dan Hicks, The brutish museums, verschenen bij Pluto Press, een interessant artikel over restitutie van gestolen kunstwerken. Dan Hicks is Professor Contemporary Archaeology in the School of Archaeology en curator van een van de bekendste antropologische collecties ter wereld. Hij pleit voluit voor restitutie. Tegelijk verwees Luuk van Middelaar in zijn opiniebijdrage ‘Europa werd niet geboren na WO II’ in dezelfde krant naar de ‘Elgin Marbles’ in het British Museum die Griekenland al jaren vergeefs terug eist en naar de plundering van het Oude Zomerpaleis van Peking door de Britse troepen in 1860.
En zo heeft zowat ieder land geroofde kunstschatten die zich in den vreemde bevinden en in publieke collecties aanwezig zijn. Het is opmerkelijk dat op dit ogenblik vooral gesproken wordt over Joodse roofkunst waarvoor een restitutie algemeen wordt aanvaard en Afrikaanse kunst uit gekoloniseerde landen. Maar stel je eens voor dat deze oefening zou gedaan worden in landen wereldwijd voor alle kunst die op een dubieuze wijze in publieke collecties terecht is gekomen.
Enkele voorbeelden uit Belgische musea die tijdens de Franse Revolutie werden geroofd kunnen alvast als een voorsmaakje dienen. Talrijke topwerken van Vlaamse meesters keerden immers nooit terug en bevinden zich nu in Franse musea. Daartussen zitten verschillende kleppers zoals P.P. Rubens' Het visioen van Dominicus in het Musée des Beaux-Arts de Lyon; De Heilige Magdalena van P.P. Rubens uit de Recolettenkerk van Gent in het Palais des Beaux-Arts de Lille; De miraculeuze visvangst van Caspar de Crayer uit een parochiekerk in Oostende, nu in het Palais des Beaux-Arts de Lille; Wenceslas Cobergher Sint-Sebastiaan uit de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen, nu in het Musée des Beaux-Arts de Nancy (zie bv. wikipedia). Voormalig staatssecretaris Elke Sleurs heeft eens een voorzichtige poging gedaan, zonder veel succes.
Ook Nazi-Duitsland of Stalins Sovjetunie maakten zich schuldig aan kunstroof uit Belgische collecties. Er bestaat een inventaris van twee omvangrijke boekdelen met kunstwerken die tijdens WOII in België verdwenen. Het ene deel bevat gegevens van vooral schilderijen uit privaat-bezit die op Belgisch grondgebied werden verhandeld meestal onder dwang. Het andere deel omschrijft geroofde kunstwerken uit Belgische musea. Begin 2011 dook na 70 jaar het verloren gewaande werk De Hertenjacht van Adam Pijnacker plots terug op omdat het bij een veilinghuis voor verkoop werd aangeboden. Het bevindt zich in een Russische privé-collectie. Zijn terugkomst is alles behalve zeker.
Moeten wij de geschiedenis als de geschiedenis laten? Of streven wij echt naar musea zonder gestolen kunst, met dien verstande dat wij dan ook onze eigen gestolen kunst willen terug krijgen? Mij lijkt dat laatste nogal een logisch principe. Het zou in ieder geval een jaren lange wereldwijde kunstverhuis tot gevolg hebben!
Foto: fragment van de wonderbaarlijke visvangst van Caspar de Crayer, nu in het Palais des Beaux-Arts de Lille