Het Colosseum en erfgoedtoerisme

Gepubliceerd op 25 november 2024 om 17:37

Ik las deze ochtend in De Standaard het opmerkelijk artikel van Ine Roox over het Colosseum. Klaarblijkelijk heeft AirB&B 1.5 miljoen dollar veil om daar ‘gladiatorengevechten’ te kunnen organiseren. Het is toch eigenaardig hoe wij de neiging hebben om gladiatorengevechten te romantiseren en zelfs te trivialiseren. 

Naar aanleiding van de opening van het Colosseum in 80 na Christus schreef de dichter Martialis een bundeltje gelegenheidsgedichten, het Liber Spectaculorum. In het Colosseum werden spelen allerhande georganiseerd tot vermaak van het volk. Het was de favoriete plaats om ter dood veroordeelden te executeren ter ontspanning van het volk. Het boekje vertolkt onder meer het plezier in wreedaardige executies. Een van de favoriete onderdelen daarbij was de veroordeling ‘ad bestias’ die tot echte spektakelstukken leidden. Een van deze spekakels was de enscenering van de mythe van Laureolus (Lib. Spect., 7), hieronder in een vertaling van Vincent Hunink:

Zoals Prometheus vastgeketend aan zijn rotsde vogel met zijn vele borstvlees voedde, zo bood Laureolus een Schotse beer zijn buik, genageld aan een kruis, nu geen decormaar levensecht. Zijn lichaam werd een bloedende hoopflarden: levend, ja, maar mens niet meer. Zijn straf was zeer terecht. De booswicht had zijn heer of oudeheer gekeeld, of schennende handenuitgestrekt naar oeroud tempelgoud, of jou, ons Rome, aan wrede vlammen prijsgegeven! Zijn daden stelden alle mythen in de schaduw. Zo ook zijn straf: een oud verhaal werd waar.

Daarnaast had je nog de echte gladiatorengevechten. De organisatie ervan was een dure zaak, gewoon omdat deze professionele vechtjassen dure kerels waren. Er is een grafschrift bekend van een Tongenaar (Tunger) die in het Colosseum optrad. Hij stierf op 45-jarige leeftijd is gestorven. Dat is voor een gladiator een opmerkelijk hoge leeftijd. De gemiddeld geregistreerde leeftijd van gladiatoren schommelde rond de vijfentwintig jaar. Gladiatoren van boven de dertig waren sterk in de minderheid. Tijdens de 1ste eeuw na Christus ging een gemiddelde gladiator een tiental gevechten mee. Vermoedelijk tien procent stierf per optreden. Vanaf de 2de eeuw, toen het publiek sneller om bloed schreeuwde, overleefden de meesten nog slechts een vijftal gevechten. In zijn Res Gestae schreef keizer Augustus dat hij in totaal acht maal gladiatorenspelen organiseerde tijdens dewelke circa tienduizend man op leven en dood tegen elkaar streden. Bij de inwijding van het Colosseum organiseerde Titus de grootse spektakels ooit. Liefst honderd dagen duurden de spelen. Het bloed van honderden mannen werd geplengd. Historici schatten dat in de loop der eeuwen tussen de 300.000 en 500.000 mensen in het Colosseum zijn gestorven.

Ook als christelijke herdenkingsplaats heeft het Colosseum een hele geschiedenis achter de rug. Dat de meeste Christenen vermoedelijk gedood werden in het Circus Maximus is in feite een bijzaak gelet op het totaal aantal mensen dat hier tot vermaak van de bevolking van Rome werden geslachtofferd. Paus Paulus IV (1555-1558) liet in 1555 in één van de arcades van het Colosseum de kerk Santa Maria della Pietà al Colosseo bouwen. deze kerk staat binnenkort op mijn programma wanneer in naar Rome ga. In 1749 erkende Paus Benedictus XIV de historische waarde van het Colosseum en wijdde het Colosseum als kerk ter nagedachtenis aan de lijdensweg van Christus. Elk jaar op Goede Vrijdag wordt onder leiding van de Paus in Rome aandacht voor de onderdrukten gevraagd. In die zin is het een herdenkingsplaats voor alle mensen die hier het leven hebben gelaten. Het is pijnlijk dat heel wat mensen de ware betekenis van het Colosseum niet meer kennen. Niet alleen is het besef van de gruwel van de gladiatorengevechten en de publieke terechtstellingen afwezig. Ook als betekenisdrager van het Christendom is het Colosseum jammer genoeg onbekend. Met dat in gedachte zou AirB&B van die gladiatoren-gimmick beter afstappen.