Langs de weg van Ossonoba (Faro) naar Ebora (Evora) lagen grote en luxueuze landgoederen. Eén ervan was de villa rustica van Milreu bij Estoi in de Portugese Algarve op zo’n acht kilometer van Faro. Faro was tijdens de Romeinse periode een belangrijke havenstad en draaischijf voor garum, wijn en olijfolie. En zo was de stad een belangrijke markt voor het omliggende platteland waarvan de villa van Milreu een excellent voorbeeld is. Het complex werd in 1877 ontdekt door de Portugese archeoloog Estácio da Veiga. Hij was lyrisch over de ruïnes en vondsten in de omgeving. Daarbij nam hij aan dat zij deel uitmaakten van de Romeinse stad Ossónoba:
«Waar ik de beroemde kathedraal van Ossónoba aan het licht bracht [.. .] ontdekte ik een weelderig gebouw van een kuuroord met 58 kamers, woningen, industriële werkplaatsen, straten, sanitair, en in de schaduw van Cerro de Guelhim de begraafplaats van de heidense stad, volledig gescheiden van de christelijke monumenten en graven die de majestueuze Korinthische tempel omringden en zijn twee omringende kloostergangen innamen en zelfs tot in de kathedraal doordrongen [...] Lager dan de vloeren van deze uiterst nobele gebouwen, bedekt met kostbare mozaïeken en de fundamenten van hun muren ingelegd met marmer en porfier, waren de nederzettingen van andere, oudere voorgangers, die stenen instrumenten gebruikten.»
De ruïnes van Milreu zijn de resten van een Romeins boerderijcomplex in Estoi. Het bestond uit de restanten van een grote Romeinse villa met thermen, een mausoleum, uitgebreide tuinen, een wijnmakerij en molens om olijfolie te maken. Een bijhorende tempel was gewijd aan een watergodin. De villa rustica van Milreu onderscheidt zich van andere Romeinse villa’s door het grote aantal mozaïeken dat er werd gevonden, de bustes die er aan het licht kwamen en de grote tempel die bij het complex hoorde. Eén van de bustes, die uit de regering van Trajanus dateert, stelt misschien de dame van het huis voor.
De oudste delen van het complex dateren van de 1ste eeuw. Ergens in de 3de eeuw kende het complex belangrijke verbouwingen waardoor de vertrekken rondom een peristilium, een open binnenplaats werden georganiseerd. De vele uitbundige mozaïeken die de vloer en muren van de villa sierden werden tijdens de 4de eeuw toegevoegd. Het gaat meestal om kleurrijke vismozaïeken die vooral in de ruimtes van de thermen een verleidelijk beeld van de oude glorie van de villa schenken.
In de loop van de 6de eeuw werd de tempel verbouwd tot een vroeg-christelijke kerk die tijdens de 8ste eeuw tot een moskee werd verbouwd en in de 10de eeuw zou verlaten worden. Tijdens de islamitische bezetting werd de binnenplaats ook gebruikt als begraafplaats. In de 16de eeuw tenslotte werd boven op de Romeinse ruïnes een hoeve gebouwd.
Het landgoed van Milreu lag op een zorgvuldig uitgekozen plaats, een heuvel die het kleine riviertje, de Rio Seca, domineerde. Aan de overzijde van de Rio Seca liep ongetwijfeld een weg die het landgoed met Ossonoba verbond. de site zelf werd doorkruist door een oost-west georiënteerde weg die was geplaveid met onregelmatige platen. De weg scheidde het woon- en arbeidskwartier van de gebouwen van villa rustica. Wellicht was het een diverticulum dat de site met de Romeinse weg verbond, net over de Rio Seca. De huidige brug over de Rio Seca, is van een relatief recente datum, maar gaat wellicht terug op een Romeinse brug. Het diverticulum is tot op de dag van vandaag goed zichtbaar op de site zelf.