Bokrijk oubollig? Kom eens kijken

Gepubliceerd op 9 januari 2020 om 10:41

Opiniebijdrage, De Standaard, 09/01/2020

In het debat rond cultuurbeleid en kunsten duikt Bokrijk te pas en te onpas op. Telkens wordt verwezen naar zijn oubollige en achterhaalde karakter, waarvoor de ­‘echte’ cultuursector bijzonder beducht is. Ook de opiniestukken van Jan Goossens (DS 6 januari) en Steven Vande ­Moortele (DS 8 januari) zijn daar een mooi voorbeeld van. Maar kennen zij, en veel an­dere cultuurmakers, dat prachtige museum wel? Het is een vraag die ik mij geregeld stel.

Tussen 1998 en 2009 heb ik in het Openlucht­museum Bokrijk gewerkt als collectiebeheerder. Ik moet toegeven dat de eerste conservator en heemkundige, Jozef Weyns (1913-1974), het ons niet makkelijk heeft gemaakt. Zijn concept van Bokrijk was een museum voor de echte Vlaamse volks­cultuur, geworteld in het authentieke boerenleven. Dat schreef hij onder meer neer in het boek Bokrijk, tuin van de Vlaamse volkscultuur (1961). Zijn voorliefde voor de Vlaamse folklore, zijn geschriften en zijn lof op ‘haard en heem’ illustreren dat hij er op zijn zachtst gezegd nogal conservatieve ideeën op na hield.

Dat beeld, dat Jozef Weyns van Bokrijk creëerde, leeft 45 jaar na zijn overlijden nog steeds door. En toch is het Openluchtmuseum zoveel meer. Velen vergeten dat het een van de weinige plaatsen is waar het erfgoed van onze plattelandsgeschiedenis wordt bewaard. Het is opmerkelijk met welke minachting landbouwgereedschap soms wordt bekeken, terwijl net dezelfde voorwerpen een mooie plaats in een museumvitrine krijgen wanneer ze uit een opgraving afkomstig zijn.

Tegelijk heeft het museum al lang de muffe sfeer van oubollige folklore afgeworpen, ­weten­schappelijke werkmethoden geïntroduceerd en hedendaagse museo­logische inzichten geïntegreerd. Projecten zoals ‘Lekker dier’, ‘Vergeten eten’ of ‘Op smokkel­tocht’ getuigden al twintig jaar geleden van een compleet nieuwe museumwerking en een nauwe aansluiting bij de actualiteit. Onderwerpen als vergeten groenten hebben tot vandaag niets aan relevantie ingeboet. ‘Op smokkeltocht’ wees bijvoorbeeld op de gevaren van internethandel, de verkoop van vervalste medicijnen door fake online­apotheken en de relatie tussen namaak en georganiseerde criminaliteit.

Het Openluchtmuseum van Bokrijk bouwt op die fundamenten verder met nieuwe presentaties en projecten, en maakt iedere dag duidelijk dat die boutade van het ‘oubollige Bokrijk’ inmiddels compleet achterhaald is.

 

Foto: tentoonstelling "Op woeste gronden" (2004)