Eén van de belangrijkste aders doorheen onze contreien is de oude Romeinse route die Tongeren via Bavay met Boulogne-sur-Mer met Keulen verbond. Deze weg liep via onder andere Thérouanne, Arras, Bavay, Morlanwelz, Liberchies, Braives naar Tongeren. Vaak wordt er van uit gegaan dat deze weg een pre-Romeinse voorganger had. Opgravingen in Liberchies en Braives hebben aangetoond dat het een volledig nieuwe Romeinse creatie is.
Archeologisch onderzoek ter hoogte van het kruispunt van de Koninksemsteenweg met de Linderstraat in oktober-november 1964 toonde aan dat de Romeinse weg Tongeren – Bavay een oorsprong heeft die vermoedelijk terug gaat tot voor de regering van keizer Augustus. Op kaarten wordt hij vaak aangeduid als de ‘Chaussée Brunehaut’. De weg werd aangelegd tijdens de Augusteïsche regering en zou voor het eerst tijdens de regering van Claudius van een kiezelfundering voorzien zijn.
Ten westen van Tongeren is hij nog duidelijk herkenbaar in de Romeinse Kassei, vroeger de ‘Chaussée romaine de Tongres par Waremme à Braives’ die enigszins door het landschap slingert. Het deel van de Romeinse Kassei tussen de Cottastraat (Tongeren) en de Kerkstraat (Koninksem) gaat echter niet op een Romeinse weg terug. Vanuit Bavay in de richting van Tongeren liep het tracé ervan wel tussen de tumulus van Koninksem (Romeinse Kassei) en de tumulus van het Binnenveldje om vervolgens het uitgestrekte zuidwestgrafveld te doorkruisen richting de oude Hoeve Brone. In de volksmond werden deze landerijen het Tombeveld genoemd, in de directe omgeving van de kleine tumulus van Koninksem ook Tombeveldje of Binnenveldje. De verkaveling van het stuk Romeinse weg aan de Paardsweidestraat Op de Heufkens heeft het laatste authentiek overgebleven segment van deze weg ten oosten van de stad vernietigd. Ook de landschappelijke context van de beide tumuli wordt verder aangetast.
In Wallonië kom je verscheidene tumuli langs deze weg tegen zoals deze van Omal, Braives en Wasseige. De weg werd er beschermd en voorgedragen voor de lijst van UNESCO-werelderfgoed;
Foto's: R. Nouwen