In 2008 wandelde ik in Lyon hoog op de heuvel van Fourvière over de decumanus maximus van de voormalige Colonia Copia Claudia Augusta, kortweg Lugdunum. Fourvière is het historische centrum van deze Franse stad. Daar boven ontplooit zich een schitterend panorama. De lucht was dreigend en niet veel later trok een onweer over Lyon. Wie het plan van Lugdunum aandachtig bekijkt, ziet hoe die decumanus maximus verbonden is met de uitvalswegen van de antieke stad. Strabo, de Griekse geograaf en tijdgenoot van Augustus, vermeldt in een notitie hoe de omvangrijke wegenaanleg van M. Vipsanius Agrippa in de Tres Galliae er uit zag en waarom hij Lyon als voornaamste knooppunt koos.
Lugdunum (Lyon) ligt in het midden van het land, als het ware een akropolis, niet alleen omdat de rivieren daar samenkomen, maar ook omdat het zich kort bij alle delen van het land bevindt. En het was om deze reden dat Agrippa in Lugdunum begon toen hij zijn wegen aanlegde – één van die wegen liep door de Cevennen tot aan het land van de Santoni ....
Deze wegen worden allen de Via Agrippa genoemd omdat zij op die opmetingen en plannen terug gaan. De heerweg naar het land van de Santoni is in Lyon nog steeds zichtbaar ter hoogte van de heuvel Fourvière waar de Romeinse stad Lugdunum werd gebouwd. Hoewel er sporen van menselijke bewoning uit een eerdere periode (10.000 v.Chr.) zijn gevonden aan de oevers van de Saône, wordt vanuit historisch standpunt het ontstaan van Lugdunum ter hoogte van Fourvière in 43 v.Chr. v.C. geplaatst. De heuvel heeft een hoogte tot 300 meter en door zijn ligging ontwikkelde de stad zich tot kruispunt van de vier Romeinse wegen naar Aquitanië, Manche, de Rijn en de Narbonnaise. Lugdunum werd al snel de hoofdstad van de Galliërs. Het exacte verloop van deze weg bleef lange tijd onbeken of werd verward met andere oude wegen. Niettemin bleven van deze heerbaan op een twintigtal plaatsen vrij spectaculaire overblijfselen bewaard. Deze heerbaan staat ook aangeduid op de Tabula Peutingeriana en bleef een essentiële as tot de Karolingische periode.
De Romeinse weg start in het verlengde van de Rue d'Aquitaine (nu Rue Roger Radisson) en volgt de route van de huidige Rue de la Favorite en Avenue du Point du Jour in de richting van Alaï en Feurs. Vanaf daar splitst de heerbaan zich in twee wegen: een in de richting van Saintes en de andere in de richting van Bordeaux. De weg liep dus via Clermont-Ferrand en Limoges door het Franse Centraal Massief tot in de huidige stad Saintes, het Romeinse Mediolanum Santonum en hoofdstad van Aquitania. Deze strategische heerbaan, die zeer zorgvuldig was aangelegd, werd voltooid tijdens het bewind van Augustus. De antieke stad Saintes werd tijdens de regeringsperioden van Tiberius en Claudius (tussen 14 en 54) gebouwd volgens een dambordplan zoals dat ook in de grote Romeinse steden werd toegepast. De decumanus maximus komt overeen met de huidige Rue Victor-Hugo die zich op de rechteroever verder zet in de huidige Rue de l'Arc-de-Triomphe. De decumanus maximus kruiste de cardo maximus ter hoogte van de heuvel van het Capitool, waar zich het forum situeerde.
De boog van Germanicus werd in 18 of 19 n.C. opgericht voor keizer Tiberius , zijn zoon Drusus en zijn geadopteerde zoon Germanicus.
De boog van Germanicus maakte deel uit van de brug die de Charente overstak en markeerde zo de belangrijkste toegang van de Romeinse stad. Het was een schitterende brug, te oordelen naar oude documenten en prenten. Zij vertegenwoordigden samen een zekere grandeur ter ere van het keizerlijke huis. De twee bogen kwamen overeen met de twee circulatierichtingen van die tijd. Het is een sober monument versierd met gecanneleerde pilasters en samengestelde kapitelen waarboven inscripties. Het onderging enkele restauraties tijdens de middeleeuwen. In 1843 wilde men voor werkzaamheden aan de kades van de Charente de oude brug slopen samen met de boog van Germanicus. Na een interventie van de Franse Auteur Victor Hugo tijdens zijn verblijf in Saintes in 1843 en zijn vriend Prosper Mérimée, inspecteur van de historische monumenten, werd de boog van Germanicus gered van de afbraak, gedemonteerd en vervolgens een goede 28 meter verder op Place Bassompierre heropgebouwd.
Het bovenste opschrift, dat de boog wijdt aan keizer Tiberius en zijn zoon Drusus, is erg beschadigd. Dankzij het deel van de tekst dat Germanicus vermeldt, kan het monument in het jaar 18 of 19 worden gedateerd. De tekst (CIL XIII, 1036) luidt:
GERMANICO [caesa]R[i] TI(beri) AVG(usti) F(ilio)
DIVI AVGVSTI NEP(oti) DIVI IVLI PRONEP(oti) AVGVRI
FLAM(ini) AVGVST(ali) CO(n)S(uli) II IMP(eratori) II
TI(berio) CAESAR[i divi aug(usti) f(ilio) divi iuli nep(oti) aug(usto)]
PONTIF(ice) MAX(imo) [co(n)s( uli)III] IMP(eratori) VIII [tri]B(unicia) POT(estate) [XXI]
DR[us]O CAESARI [ti(beri) aug(usti)] F(ilio)
[divi augusti] NEP(oti )) DIVI IVLI
[pronep(oti) co(n)s(uli)] PONTIFICI AVGVRI
Aan Germanicus Caesar, zoon van Tiberius Augustus, kleinzoon van de goddelijke Augustus, achterkleinzoon van de goddelijke Iulius, augur, flamen Augustalis, consul voor de tweede keer, imperator voor de tweede keer. Aan Tiberius Caesar Augustus, zoon van de goddelijke Augustus, kleinzoon van de goddelijke Iulius, pontifex maximus, consul voor de 3de keer, imperator voor de 8ste keer, bekleed met de tribunicia potestas voor de 21ste keer. Aan Drusus Caesar, zoon van Tiberius Augustus, kleinzoon van de goddelijke Augustus, achterkleinzoon van de goddelijke Iulius, consul, pontifex, augur.
Onder dit opschrift staat de inscriptie die de dedicant vermeldt:
C(aius) IVLIVS C(ai) IVLI CATVANEVNI F(ilius) RVFVS [c(ai) iul(i) agedomopatis nepos epotsorovidi pronep(os) volt(inia)]
SACERDOS ROMAE ET AVGVSTI AD ARAM [quae est ad confluentem praefectus fabrum d(e) s(ua) p(ecunia) f(ecit)]
Caius Julius Rufus, zoon van Caius Julius Catuaneunius, kleinzoon van Caius Julius Agedomopas, achterkleinzoon van Epotsovirid (i) ons, ingeschreven in de tribus Voltinia, priester van het altaar van Rome en Augustus dat zich bevindt Ad Confluentes (Lyon), prefectus van de arbeiders, heeft (deze boog) uit eigen kosten gemaakt.
C. Iulius Rufus, een Gallische notabele en een burger van de derde generatie, staat ook bekend als priester van Rome en Augustus dankzij een wijding die werd gevonden in het antieke amfitheater van Lyon. In Lugdunum stond het altaar van Tres Galliae dat in 12 v.C. werd opgericht door Drusus. Daar kwamen de vertegenwoordigers van de steden van de Tres Galliae eenmaal per jaar samen.