Al enkele dagen circuleert in de media het nieuws dat archeologen in Pompeï een nieuw thermopolium hebben ontdekt. Enfin, tegenwoordig zouden wij spreken van een afhaal-Romein of een take away of iets in die zin. In al de berichten wordt het menu, dat men er kon bestellen, uitvoerig besproken. Mijn oog viel echter op het haantje op de toog.
Kip was één van de geliefde vleessoorten bij de Romeinen. In het kookboek van de Romeinse kok Apicius staan maar liefst zeventien recepten voor kip. Onze kippen komen oorspronkelijk uit Azië en stammen af van het gallus gallus of het Bankivahoen. Men neemt aan dat dit hoen mogelijk tussen 6000 en 2000 v. Chr. werd gedomesticeerd. Waarschijnlijk via de mediterrane wereld bereikten deze dieren ook onze contreien. De kip kan zo als een van de oudste huisdiersoorten ter wereld worden bestempeld. In Vlaanderen werden de oudste resten van kippen op sites uit de IJzertijd teruggevonden.
Het haantje op de toog gelijkt erg op het tamme landhoen-type, het gallus gallus domesticus. In het 8ste boek van zijn De re rustica bespreekt de Romeinse auteur Columella ( 4 – 70 n.Chr.) de kippenhouderij en beschrijft hij hoe goede kippen er uit moeten zien:
Alleen de meest productieve kippen mogen worden gekocht. Ze moeten een rood of donker verenkleed bezitten en zwarte vleugels. En, als dat mogelijk is, moeten vooral in de laatste kleur worden gekozen of van de dichtstbijzijnde kleur. Bij gebrek aan deze kleuren, moeten witte kippen vermeden worden. Immers ze zijn erg delicaat en leven niet erg lang…. Zorg er daarom voor dat uw broedkippen rood van kleur en vierkant gebouwd zijn met grote borsten, stevige koppen, rechte, rode kam, witte oren…. Die kippen worden als de beste beschouwd die gekweekt werden met vijf tenen.
Dat is exact hoe ons mooi gekleurd haantje er uit ziet: gouden kraag, donkere borst, witte oren, rode kam.
In het boekje van de Via Belgica (Vind jouw weg, p.80) lees ik ondertussen dat de echte Romeinse oerkip herkenbaar is aan de poten met vijf in plaats van vier tenen. Sommigen nemen aan dat het Britse Dorkinghoen, dat inderdaad 5 tenen heeft, van die Romeinse kip zou afstammen. Deze uitspraak is uiteraard gebaseerd op de hoger geciteerde tekst van Columella. In de loop der eeuwen zou ‘onze’ kip een teen verloren hebben. We moeten toegeven, de rode Dorking gelijkt wel op het haantje op de toog. Maar of dat steek houdt is nog een andere zaak. Er bestaan nog andere kippenrassen met vijf tenen, onder meer het zijdehoen, de Houdan, de Faverolles en het sultanhoen. Uit onderzoek naar die polydactylie bij kippen is inmiddels gebleken dat de erfelijkheid ervan erg complex en niet gegarandeerd is. Dat betekent dat de aanwezigheid van vijf tenen bij kippen tijdens de Romeinse periode quasi zeker op toevalligheid berustte.
Streekgebonden ‘kippenrassen’ zouden tot de Middeleeuwen teruggaan. In de 17de eeuw waren Vlaamse en Belgische hoenders beroemd. Zij werden geregeld geportretteerd in schilderijen van die tijd. Er kan worden verwezen naar een aantal landhoenders zoals het Hervehoen en het Ardenner hoen die teruggaan tot de “Gallische oerkip”, het oude Gauloise hoen. In de ontwikkeling van de legkippen speelde het braekelhoen een belangrijke rol. Kippen speelden waren van een geringe economische betekenis. Er bestond bijvoorbeeld een beperkte export van eieren naar Engeland. Maar hoewel het belang van kippen in de veehouderij door de eeuwen heen toenam, toch nam het fokken van gespecialiseerde hoenderrassen in onze streken slechts een aanvang in de 19de eeuw. Daarvoor is over echter rassen in West Europa weinig bekend.
Wordt vervolgd...