Telkens ik in Rome kom, passeer ik even op de Capitolijnse heuvel om een bezoekje te brengen aan Marcus Aurelius te paard. Waar het ruiterstandbeeld in het antieke Rome stond is niet bekend. De oorspronkelijke sokkel van de 2de eeuw werd in 1663 nabij Sint-Jan van Lateranen teruggevonden in de ruïnes van de villa van Domitia Lucilla, de moeder van de keizer-filosoof. Paus Paulus III , in een vorig leven Alessandro Farnese, liet het in 1538 plaatsen op de Piazza del Campidoglio, midden op het nieuwe plein dat Michelangelo had ontworpen. In 1981 werd het voor restauratiewerkzaamheden naar binnen werd gehaald. Enkele malen heb ik het in het Palazzo Nuovo achter glas bewonderd. Tegenwoordig prijkt het op de centrale plaats in de nieuwe glazen binnenhal van het Palazzo dei Conservatori, een schitterend museum waar je ook de fundamenten van de tempel van Iupiter Capitolinus nog kan ontdekken. Buiten op de Campidoglio staat ondertussen een exacte kopie van het ruiterstandbeeld. Ik kan daar mee leven.
Tijdens zijn veldtochten hield Marcus Aurelius, die tussen 161 en 180 keizer was, een filosofisch dagboek bij. Het zijn persoonlijke aantekeningen die de keizer karakteriseren als een vertegenwoordiger van de Stoa en die vooral getuigen van een praktische levensfilosofie.
In boek VII,9 van zijn Meditationes of Overpeinzingen schrijft hij:
Alle dingen zijn met elkaar verweven en de draad die hen verbindt, is heilig. Geen ding is het andere vreemd. Want alle dingen zijn volgens plan gerangschikt en tezamen ordenen zij de kosmos zelf. (Vertaling: Stichting School voor Filosofie, Amsterdam)
Zou het kunnen dat wij de heilige draad die alle dingen verbindt in onze hybris tegenover de aarde hebben doorgeknipt? Misschien is deze overpeinzing wel een reflectie waard in deze vreemde Covid-19-tijden.
Foto: René Seindal
Reactie plaatsen
Reacties