De toeristische ontsluiting van Romeinse wegen

Gepubliceerd op 10 maart 2020 om 20:38

Veel mensen zijn gefascineerd door Romeinse wegen. De reden hiervoor is duidelijk. Zij waren de reiswegen van de Romeinse legers. Niet voor niets worden zij tot op de dag van vandaag heerbanen genoemd. Het gevolg hiervan is dat aan nogal wat van die wegen websites en brochures worden gewijd die de ‘reiziger’ moeten toelaten deze wegen te verkennen. De website ‘Digital Atlas of the Roman Empire’ (zie hier) laat toe een duidelijk beeld te vormen van dat gigantische wegennetwerk (geconsulteerd 2020). Het gaat om een project van het Department of Archaeology and Ancient History van de Lund University, Zweden. Voor een overzicht van duidelijk bewaarde tracés in relatie met archeologische relicten/opgravingen is de ‘Archeologische Atlas van de Oudheid’ op ‘Vici org.’ (zie hier) erg prettig om te bezoeken. Via ‘Vici org.’ Kan men ook gebruik maken van de Romeinse routeplanner ‘Omnesviae.org’ (zie hier). Deze routeplanner is gebaseerd op de Peutinger kaart (of op het Itinerarium Antonini voor het meest westelijke gebied).

De meest bekende van deze Romeinse wegen is Via Appia Antica die liep van Rome via Capua en Venusia (Venosa) naar Brundisium (Brindisi). Hij was aangelegd door Appius Claudius, censor in 312 v.C., en groeide uit tot één van de iconische wegen van de Romeinse wereld. Het motief voor de aanleg ervan was zuiver politiek/militair van aard. De heirbaan moest het inzetten van het Romeinse leger tegen de vijandige volkeren in het zuiden van Latium en Campanië faciliteren.  Tegenwoordig is het mogelijk de weg met de fiets te ontdekken terwijl via de smartphone alle informatie beschikbaar is op http://www.parcoarcheologicoappiaantica.it/. En voor wie het niet duidelijk is, je gebruikt beter een mountainbike of gravelbike dan een stadsfiets. Want een zacht lopend fietspad voor de verwende toerist werd niet aangelegd. Hooguit kan hij zijn toevlucht nemen tot het zandwegeltje er vlak naast dat hem toelaat het gedokker over de kasseien te vermijden.

In Zuid-Frankrijk loopt de beroemde Via Domitia die in 118 v.C. werd aangelegd door Cn. Domitius Ahenobarbus, de stichter van Narbonne en eerste gouverneur van Gallia Transalpina. De via Domitia verbond Italië met Spanje. In Narbonne sloot de Via Domitia aan op de Via Aquitania die zich via Toulouse en Bordeaux naar de Atlantische kust richtte. Hoewel wat minder spectaculair dan de Via Appia wordt deze heerbaan er niet alleen beschouwd als een archeologisch relict van eerste orde. Ook op toeristisch vlak wordt hij stevig uitgespeeld. Het is niet mogelijk langs de Via Domitia te kijken dankzij website, overvloedige bewegwijzering en publicaties die van deze oude Romeinse weg een echte historische sensatie maken voor zowel wandelaars en fietsers. En ook hier laat men de stadsfiets vaak beter achterwege.

Nederland heeft ondertussen het project van de 'Via Belgica' uitgerold. De naam 'Via Belgica' werd in de twintigste eeuw gegeven en is vrij ongelukkig potjeslatijn waar niet iedereen even gelukkig mee is. Een deel van deze weg stond in de vroege middeleeuwen ook bekend als de Chaussée Brunehaut, een naam die op historische kaarten voorkomt en die hij in Noord-Frankrijk en Wallonië nog steeds draagt. Het project heeft tot doel heeft de Romeinse weg beleefbaar en zichtbaar maken (zie hier & hier). In feite resulteert dit initiatief eerder in een ‘cultuurhistorische’ corridor die de 'Via Belgica' en de deelnemende gemeenten toeristisch in de markt moet zetten. Veel authentieker en boeiender is  ‘La voie romaine Boulogne-Bavay-Tongres-Cologne’ dat ontstond uit ‘La voie romaine Bavay-Tongres. 145 km d'héritage’ in 2006. Het boekje werd op een inhoudelijk relevante wijze uitgegeven in de reeks ‘Itinéraires du Patrimoine Wallon’ en helpt de overgebleven tracés van de Romeinse weg in relatie met het aanwezige archeologische erfgoed ontdekken. Het zou een mooi voorbeeld zijn voor de weg Tongeren-Tienen-Velzeke-Cassel, de oudste weg van Vlaanderen. Slechts een beperkt deel ervan, met name de Paddestraat in Velzeke, is adequaat beschermd en voor het publiek ontsloten. Daarbij heeft men zich gedeeltelijk aangesloten bij de vormgeving van de Via Domitia. Rechtgeaarde wielertoeristen willen ondanks de kasseien er zeker gaan fietsen en wielerliefhebbers kennen het tracé uit de Vlaamse klassiekers.

In een vroeger stukje heb ik de Romeinse weg tussen Tongeren en Tienen één van de mooiste historische tracés in België genoemd en ongetwijfeld ook één van de meest idyllische erfgoedrelicten van Haspengouw. Toch vind ik de huidige aanleg ervan, twee betonnen stroken en in het midden een kasseistrook, vanuit erfgoedstandpunt eerder ongelukkig. Voor de landbouw is dat goed te begrijpen, wellicht ook noodzakelijk, gezien het feit dat de ‘Romeinse Kassei’ in belangrijke mate voor landbouwvervoer wordt gebruikt. Toeristisch gezien is wandel- en fietsplezier ook gegarandeerd. Maar historisch gezien doet deze aanleg afbreuk aan zowel de oorspronkelijke Romeinse heerbaan als zijn latere opvolgers. Uit zowel historisch als archeologisch onderzoek mogen we opmaken dat een groot gedeelte van de heerbanen grindwegen waren. De Romeinse wegen waren in onze contreien doorgaans opgebouwd uit een fundering van één of meer lagen van aangestampte zand of leem waarover platte of op hun kant geplaatste stenen waren geplaatst. Deze fundering werd gelegd in een wegcunet zoals bij voorbeeld in Asse en werd vervolgens afgedekt met een of meer verstevigende lagen egalisatie van onder andere zand, leem, klei, steengruis en zo voort. Tenslotte werd hierover een laag van compacte grind aangebracht, op die wijze dat het eigenlijk wegdek een weinig gebombeerd lag en wat hoger dan het terrein. Dat maakte een perfecte drainage mogelijk. Archeologisch onderzoek in de vici langs de weg Tongeren-Cassel bevestigen dat beeld. Een hernieuwde aanleg als een grindweg op Romeinse wijze zou daarom het oorspronkelijke karakter van dit tracé volledig doen herleven. En zeg zelf, indien Haspengouw soms het Toscane van het noorden wordt genoemd, dan verdient de fruitstreek ook schitterende Strade Bianche die aan het avontuurlijke fietstoerisme een echte boost zouden kunnen geven

De Franse archeoloog R. Chevallier besluit zijn boek over de Romeinse wegen (Les voies romaines, Editions Picard, Paris/Bruxelles, 1997) met een warm pleidooi om de resterende heirbanen te beschermen, te restaureren, als toeristische trekpleisters te valoriseren en ze te erkennen als Europees erfgoed. In Vlaanderen en Limburg moeten wij er maar eens werk van maken.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.