Ik heb als student aan de Katholieke Universiteit van Leuven de colleges van de legendarische professor Willy Peremans net gemist. In 1947, kort na de tweede wereldoorlog, verscheen van zijn hand in de keurreeks van het Davidsfonds het boekje 'Hellas en de West-Europese cultuur'. In de openingszinnen van de inleiding heeft hij het over de wederopbouw, "niet enkel op stoffelijk gebied, doch tevens en vooral in geestelijk opzicht".
Willy Peremans merkte in zijn inleiding terecht op dat “iedere tijd opnieuw zijn standpunt tegenover de Oudheid heeft te bepalen”. Iedere tijd heeft immers zijn eigen vragen. Hij voegt er iets verder aan toe dat "De ware historie het verleden zoekt om zijn eigen betekenis. Niet om een nuttige les voor een bepaald geval in de naaste toekomst is het te doen, maar om een standpunt in het leven." Ik heb mij steeds aan dat standpunt gehouden. Peremans verwees in zijn boek ook naar de grote Johan Huizinga die in 'De wetenschap der geschiedenis' (1937) schreef dat "De geschiedenis evengoed als de filosofie en de natuurwetenschap, een vorm van de waarheid aangaande de wereld is. Haar te beoefenen is een wijze van te zoeken naar de zin van ons bestaan. Wij wenden ons tot het verleden uit waarheidsaspiratie en uit een levensbehoefte."
In 1991 publiceerde de beroemde Franse historicus G. Duby - hij was op dat ogenblik 82 jaar oud – zijn ‘intellectuele biografie’ onder de titel 'L’ Histoire continue – De geschiedenis gaat door'. Hierin schrijft hij dat een geschiedschrijver in principe oprecht op zoek gaat naar de waarheid. Dit is de kerntaak van de historicus, zoeken naar de waarheid. De essentie van het Griekse ‘historia’, waarvan de woorden ‘histoire’ en ‘historie’ zijn afgeleid, is trouwens persoonlijk onderzoek. De geschiedschrijver neemt echter ook een standpunt in, heeft een mening en deelt die mee. In die zin beschikt hij of zij over een grote vrijheid. Het beargumenteerd meedelen van die mening maakt de geschiedschrijver immers waarachtiger.
Ik kan hieruit enkel concluderen dat de jongere generaties het recht hebben om vanuit hun eigen leefwereld vandaag met alles wat er rond ons gebeurt de geschiedenis te bevragen zonder dat de oudere generatie daar onmiddellijk in een kramp over ideologische indoctrinatie moet schieten. Adequate historische kritiek, zoals ik die van professor Herman Verdin heb geleerd in zijn college Inleiding tot de historische methode, haalt de nonsens er toch uit! Het is in ieder geval echt de moeite waard het oude boekje van Willy Peremans eens lezen. Hij was een wijs man.