Tijdens de afgelopen dagen was er in de pers heel wat te doen rond een professor aan de KUL die voor verkrachting werd veroordeeld. Verslaggeving, commentaar- en opiniestukken die het falen van de universiteit in deze zaak aan de kaak stelden en zelfs het ontslag van de rector vroegen, waren legio. Nu uit het verslag van de regeringscommissaris blijkt dat er geen aanwijzingen zijn van een doofpotoperatie, maar de KUL zelfs actief in deze zaak optrad, blijkt heel dit maatschappelijk debat een perfecte illustratie van gebrekkige kennis van de feiten, tendentieuze meningen en manifest foutieve berichtgeving veroorzaakt door een lichtzinnige omgang met de zo wie zo al beperkt beschikbare informatie.
Ik betwijfel sterk of de doorsnee lezer er van wakker ligt. Het marktaandeel van een specifieke sensatiepers en van de social media zegt genoeg. Het geeft aan dat wij in feite allemaal betrokken zijn. Het heeft onder meer te maken met de onzorgvuldige wijze waarop wij met informatie omgaan. Een beetje juist is ook al goed en een mooie verpakking doet de rest. Ondertussen verzuimen wij er bij stil te staan en er over na te denken. Hecataeus van Milete sprak omstreeks 500 v.C. in verband met de geschiedenis van de goden nog van belachelijke verdichtsels. De grens tussen waarheid en fictie wordt 2500 jaar later alsmaar kleiner. Voor de kritiekloze burger zijn de media een oneindige valkuil geworden.
Ondertussen lijkt het er op dat onze maatschappij de historische verworvenheden van de kritische zin stilletjes aan het wegsmijten is. Bijna tweeduizendvijfhonderd jaar geleden legde de Griekse historicus Herodotus (ca. 485-420 v.C.), de vader van de geschiedenis, behoedzaam de basis van de historische kritiek. Met hem ontstond een hele traditie van kritisch onderzoek gedragen door talloze geschiedschrijvers. Bekommerd om de waarheid gaven zij geleidelijk aan vorm aan onze historische methode. Aan hen danken wij begrippen zoals echtheidskritiek, herkomstkritiek, originaliteitskritiek, gezagskritiek, … Omzichtig omgaan met de bronnen, ze bevragen en toetsen, dat was de boodschap!
Hoe dit moest gebeuren, hierover hebben de geschiedschrijvers uit de Grieks-Romeinse Oudheid schitterende teksten geschreven. Deze teksten zijn des te belangrijker omdat zij aan het begin van de traditie staan. Voor ons burgers zijn zij buitengewoon interessant omdat zij vaak handelen over de problematiek van ooggetuigenverslagen. Welke tekst zou bij voorbeeld meer relevant zijn dan de volgende van Thucydides (ca. 460-400 v.C.), die een uitvoerig relaas de Peloponnesische oorlogen schreef?
“Wat de feiten van de oorlog betreft, heb ik het als taak beschouwd te schrijven, niet afgaande op de toevallige berichtgever of op mijn eigen mening, maar zo, dat ik, wat ik beleefd heb en van anderen heb vernomen, zoveel mogelijk met nauwkeurigheid aangaande de bijzonderheden, ben nagegaan ten einde toe. Mijn onderzoek was zwaar, omdat de ooggetuigen niet hetzelfde over dezelfde dingen zeiden maar verschilden naar gelang hun sympathieën en geheugen.”
Thucydides maakte de Peloponnesische oorlogen actief mee. Hij was een ooggetuige. De houding die de geschiedschrijver zich hier oplegt, is perfect van toepassing op de hedendaagse oorlogsverslaggeving, en bij uitbreiding op de journalistiek zelf. Hij verwijst naar het gezag en de herkomst van zijn bronnen, naar objectiviteit en nauwkeurigheid. Hij confronteert de verschillende meningen en hij voegt er in één adem aan toe dat een kritisch onderzoek een ernstige en tijdrovende opdracht is.
Het nuttigheidsgehalte van het geschiedenisonderwijs en de klassieke talen wordt geregeld in vraag gesteld. Zij zijn toch in niets te vergelijken met bijvoorbeeld een vak als economie. Voortdurend moeten zij zich verdedigen omdat zij zogezegd geen direct praktisch nut in zich dragen. Indien echter iemand nog mocht twijfelen aan de relevantie van de antieke geschiedschrijvers, dan schenkt onder meer Thucydides hen met deze passage een duidelijk en pasklaar antwoord. Het gaat niet alleen om de kennis van de geschiedenis. Veel meer gaat het om het zich geduldig eigen maken van de kritische methode. Zoals de economie één motor is van onze maatschappij, zo is de historische methode een motor voor ieder die informatie verzamelt en verstrekt en bij uitbreiding voor ieder die op grond van geboden informatie belangrijke beslissingen moet nemen.
Foto: Thucydides en Herodotus, Museo Archeologico Nazionale, Napels